Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alleenlijk, opdat de [4]geslachten der kinderen Israels [5][die] wisten, opdat [6]Hij hun den krijg leerde, tenminste dengenen, die daar te voren niet van wisten. 4. Dat is, de nakomelingen. 5. Te weten, krijgen in Kanaan, waarvan in vs.3. 6. Hij, namelijk, de Heere, die deze krijgen tegen de Kanaanieten niet alleen bevolen, maar ook zijn goddelijk beleid, bijstand en overwinning beloofd had, indien zij hem bestendiglijk aanhingen, maar het contrarie indien zij hem verlieten, in welk geval zij zouden ondervinden de menigvuldige en grote ellende, die zulke oorlogen aanbrengen.